Steffen Duerink
“De uitdaging om een kleine gemeente toe te voegen aan een bestaande stad is enorm complex, maar ontzettend interessant!”
Eerder heb ik bij adviesbureaus en middelgrote gemeenten gewerkt en nu ik ben ongeveer 2 jaar werkzaam als Senior Planeconoom voor de Gemeente Den Haag. Ik heb geen moment spijt van mijn overstap naar een grote gemeente want hier ben je niet één ding aan het optimaliseren, maar adviseer je over het totale pakket. En juist die breedte van het werkveld vind ik fantastisch.
De ontwikkeling van Planeconomie
Planeconomie is ooit ontstaan doordat gemeenten hun grond wilde veranderen naar bouwgrond. Vroeger waren dit vooral weilanden rondom de stad; zo is ook bijvoorbeeld Ypenburg ontstaan. In die tijd waren planeconomen vooral een soort rekenmachine waar je informatie ingooide en cijfertjes uit kwamen. Inmiddels hebben we een tekort aan ruimte in Nederland. Binnen de ruimtelijke ontwikkeling is nu het uitgangspunt om de bestaande stad zo efficiënt mogelijk te gebruiken, want hier liggen de tramlijnen en de winkels al. Je hoeft dus relatief minder te doen en zo houd je die ruimte rondom de stad open voor landbouwgrond en groen. Als planeconomie kunnen wij objectief adviseren omdat wij niet van een specifiek beleidsterrein zoals wonen, economie of mobiliteit zijn. En door die objectiviteit kunnen wij door aan die verschillende knoppen te draaien zorgen wij dat het plan uitvoerbaar wordt.
Een kleine gemeente in een bestaande stad bouwen
De complexiteit van deze binnenstedelijke ontwikkelingen groeit enorm. Zelf werk ik mee aan de gebiedsontwikkeling in het Central Innovation District. Dit is een van de drukste gebieden van Den Haag. En hier gaan we 20.000 woningen en 600.000 vierkante meter overige functies neerzetten, dat is gewoon een kleine gemeente! Zoiets in een stad erbij zetten terwijl het gebied wel nog moet functioneren is enorm complex. Want traditioneel gezien kan je prima uitrekeningen hoeveel het kost om een straat opnieuw te doen of woningen te bouwen maar er komt veel meer bij kijken. Meer woningen betekent bijvoorbeeld ook dat er plek moet zijn in scholen voor de nieuwe gezinnen. En is die plek er in de al in de bestaande scholen of moeten er nieuwe scholen bij? Deze belangen moet je allemaal bij elkaar brengen en vanuit één zo’n opgave komt dan ook de hele gemeente in actie. Dat is fantastisch om te zien, echter is het ook nieuw voor de gemeente. De uitdaging die we als gemeente daarin hebben is om dat proces strak te trekken en echt meerjarig te gaan denken. En daar zitten voor planeconomie kansen want wij zijn dat van oudsher al gewend.
Verdieping en verbreding
De advisering in dat gebiedsdenken en het brede blikveld vind ik het allerleukste aan ons vakgebied, elk project in de stad zien wij wel langskomen. Maar wij adviseren niet alleen in de breedte. Je ziet dan ook dat veel collega’s een basis vakgebied hebben zoals financieel reken en projectoptimalisatie maar daarnaast een specialisme waar ze zich in vastgebeten hebben. Dus ook binnen onze eigen afdeling heb je een eigen niche waar je van meerwaarde kan zijn. In mijn beleving krijg je bij planeconomie dan ook echt de ruimte om dingen te proberen. Ook al ben je ergens nog niet de beste in, dan is er altijd wel iemand met wie je kan sparren om je verder te helpen of jezelf te ontwikkelen.
Het maximale uit elke euro
Een van de belangrijkste uitdagingen van Den Haag voor de komende jaren zijn de financiën. Voor corona stond dit al strak aan de wind en dat wordt niet beter. We zullen echt het maximale uit elke euro moeten zien te trekken. Omdat we daarom meer keuzes moeten maken over de besteding van het geld, wordt onze rol met betrekking tot inzichten en advies binnen projecten ook steeds belangrijker. Dat is natuurlijk heel tof, maar brengt meteen ook een praktische uitdaging met zich mee. Want dat betekent dat we als afdeling ook moeten groeien, dus daar hopen we ook zeker aanvulling op te krijgen!